Universeel Denken gunt de mens een blik op wie hij is en wat zijn relatie is ten
aanzien van de wereld, de medemens en het universum.
Universeel Denken opent de mogelijkheid tot realisatie dat de mens iets anders
is dan hij tot op heden vanuit vaste gewoontes en patronen aannam en dat zijn
beleving van het zijn en de werkelijkheid waarin hij leeft op andere
wetmatigheden berust dan hij tot nu toe aangenomen had en dat die andere manier
van waarnemen altijd al en in alle culturen bestaan heeft, maar weggestopt is
onder verkeerde wijzen van voelen, denken en handelen.
Door juist dit voelen, denken en handelen eens terdege onder de loep te nemen
kunnen we ons bewust worden van de denkfouten die we geneigd zijn te maken door
uit geestelijke luiheid de platgetreden paden te bewandelen.
De gangbare visie in onze tijd is dat de mens alleen bestaat binnen zijn
stofvorm, binnen de huid en dat alle indrukken die van buiten komen worden
opgevangen door de zintuigen, althans de waarnemingsorganen die hij daarvoor
heeft ontwikkeld. Via het zenuwstelsel wordt alles naar de hersenen
getransporteerd, herkend en de mens is in staat tot handelen, denken en heeft
de indruk ‘er te zijn’. Op deze wijze scheidt de mens zich af van alles wat hij niet is en plaatst al
het andere buiten zich. De dingheid wordt een feit en een ding is vergankelijk,
wat bij de mens een existentiële angst oproept zodra hij zich realiseert geboren te zijn en als consequentie
hiervan onvermijdelijk te zullen sterven. We denken een lichaam te hebben en
klampen er ons zo lang mogelijk aan vast.
Tijdens onze maandelijkse bijeenkomsten bestuderen we gezamenlijk de kernwet van
het leven en stimuleren onszelf en elkaar hiermee bezig te zijn.
Universeel Denken is de door mijn echtgenoot Hans Wesseling (1936–1998) gegeven naam aan het verschilsdenken, zoals hij door zijn leraar Saswitha
onderwezen heeft gekregen.